Eerste Kamer nadert stemming over Wet Toekomst Pensioenen

De behandeling van de Wet Toekomst Pensioenen (WTP) in de Eerste Kamer wordt naar verwachting deze maand afgerond.

Diverse partijen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid van een derde schriftelijke vragenronde. De kamer heeft als voorwaarde gesteld dat deze vragen voor Hemelvaart worden beantwoord om de plenaire behandeling nog in de week erna plaats te kunnen laten vinden. Vervolgens staan de stemmingen over het wetsvoorstel op de agenda voor de dagen na het Pinksterweekend, tevens de laatste vergaderdagen van de Eerste Kamer in de huidige samenstelling. Daarmee is alle marge in het proces die er was inmiddels opgebruikt.

Als de Eerste Kamer instemt, betekent dit dat de WTP op 1 juli 2023 van kracht wordt. Bestaande pensioenregelingen moeten dan tussen dat moment en 1 januari 2027 zodanig worden gewijzigd dat ze voldoen aan de WTP. Daarbij dient te worden opgemerkt dat in toenemende mate, althans informeel, ook wordt gesproken over uitstel van die uiterste transitiedatum. Capaciteitsrestricties in de pensioensector geven daar wellicht aanleiding toe.

Onder de WTP zullen alle pensioenregelingen premieovereenkomsten zijn: deelnemers bouwen een eigen pensioenvermogen op, waarvan op de pensioendatum een levenslange uitkering wordt ingekocht. De hoogte van die uitkering hangt af van betaalde premies en gemaakte rendementen. In beginsel wordt de spaarpremie in de nieuwe regelingen voor alle leeftijden gelijk. Een uitzondering daarop is dat regelingen die nu bij een verzekeraar zijn ondergebracht en regelingen die nu al als premieovereenkomst zijn vormgegeven, uit mogen blijven gaan van een premie die oploopt met de leeftijd, maar alleen voor werknemers die al in dienst zijn op het moment van de overgang naar het nieuwe stelsel. Het is aan werkgevers om, in samenspraak met werknemersvertegenwoordigers, te bepalen of het gebruik van het zogenaamde overgangsrecht dat het handhaven van een stijgende premie toestaat in hun specifieke situatie aantrekkelijk maakt. Hoewel dat bij eerste indruk veelal het geval zal zijn, bijvoorbeeld omdat daardoor de compensatievraag die het gevolg is van de overgang op een vlakke premie wordt vermeden, zijn er ook argumenten om wel voor alle werknemers (inclusief de huidige) naar een vlakke premie te gaan. Ongelijke beloning tussen huidige en toekomstige werknemers van gelijke leeftijden wordt zo vermeden, maar ook de uitvoeringstechnische consequenties van het voeren van meerdere regelingen en het voorkomen van toekomstige kostenstijgingen kunnen daarvoor redenen zijn.

Werkgevers bepalen, in samenspraak met werknemersvertegenwoordigers, de kenmerken van de nieuwe regeling en het moment van overgang naar het nieuwe stelsel. Ook zijn zij verantwoordelijk voor de invulling van eventuele compensatiemaatregelen, als daar aanleiding toe is. Hoewel het kabinet uitgaat van compensatie binnen de pensioenregeling staat de wetgeving ook compensatie in andere arbeidsvoorwaarden toe. Gezien de ingrijpende aard van de wijzigingen ligt het wat ons betreft voor de hand die in breder arbeidsvoorwaardelijk perspectief te bezien.

Heeft u liever dat wij de benchmark voor u invullen, stuurt u ons dan uw huidige pensioencontract.

  • Max. file size: 64 MB.