Wetsvoorstel aanpassing regeling automatische waardeoverdracht klein pensioen

In dit artikel leest u meer over het wetsvoorstel waarin de regeling voor automatische waardeoverdracht klein pensioen wordt aangepast en de mogelijkheid tot afkoop van een klein nettopensioen en nettolijfrente wordt ingevoerd.

Op 23 december jl. heeft staatssecretaris Wiersma een wetsvoorstel ingediend waarin de regeling voor automatische waardeoverdracht klein pensioen wordt aangepast en de mogelijkheid tot afkoop van een klein nettopensioen en nettolijfrente wordt ingevoerd. Eerder vond daarover een consultatie plaats, waarop ook WTW reageerde.

Knelpunten
Na de inwerkingtreding van de Wet waardeoverdracht klein pensioen werden in de praktijk twee knelpunten ervaren:

  • Enerzijds zijn er kleine pensioenen in de administraties die een andere ontstaansgeschiedenis hebben dan einde deelneming, en daarom niet onder de Wet waardeoverdracht klein pensioen vallen. Thans is namelijk de automatische waardeoverdracht beperkt tot de ontstaansgrond ‘baanwisseling’.
  • Anderzijds mogen kleine nettopensioenen niet worden afgekocht, en vallen deze ook niet onder de scope van de Wet waardeoverdracht klein pensioen. Deze kleine nettopensioenen blijven daardoor in de administraties staan.

Dit wetsvoorstel beoogt beide knelpunten aan te pakken. Daarbij wordt eveneens van de gelegenheid gebruik maakt om een afspraak uit het Pensioenakkoord uit te werken, namelijk de oudedagsvoorzieningen in de tweede en derde pensioenpijler op het gebied van de fiscaliteit meer gelijk te behandelen. Om die reden wordt tevens voorgesteld om het mogelijk te maken een kleine nettolijfrente af te kopen.

  1. Uitbreiding recht op waardeoverdracht klein pensioen
    Om de gerezen problematiek op te lossen, wordt in voorliggend wetsvoorstel de oplossing voorgesteld om de reikwijdte van de Wet waardeoverdracht klein pensioen te verbreden tot alle kleine pensioenen, zodat deze wet ook geldt voor kleine pensioenen ontstaan na collectieve beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst. De uitbreiding van dit recht geldt zowel voor kleine pensioenen, die vóór 1 januari 2018 zijn ontstaan, als voor kleine pensioenen, die daarna zijn ontstaan of zullen ontstaan.

    Een belangrijke beperking op deze uitbreiding van de reikwijdte betreft de kleine pensioenaanspraken in uitkeringsregelingen die bij verzekeraars zijn ondergebracht, en die niet zijn ontstaan door een individuele baanwisseling. Deze kleine pensioenen blijven alsnog buiten de toepassing van de Wet waardeoverdracht klein pensioen. Dit om de bijbetalingsproblematiek voor werkgevers te minimaliseren.

  2. Uitbreiding recht op afkoop klein pensioen
    Tevens maakt dit wetsvoorstel het voor pensioenuitvoerder mogelijk om kleine pensioenen, die zijn ontstaan om andere reden dan einde deelneming, af te kopen bij pensioeningang en tussentijds, indien waardeoverdracht niet mogelijk blijkt te zijn. Dit met inachtneming van de huidige belangrijke waarborg van instemming van de gewezen deelnemer of pensioengerechtigde.
    Hierbij geldt dat kleine pensioenaanspraken in uitkeringsregelingen, die bij verzekeraars zijn ondergebracht en die niet zijn ontstaan door een individuele baanwisseling, uitgezonderd blijven van het recht op afkoop.
  3. Invoering recht op afkoop kleine nettopensioenen en afkoop kleine nettolijfrenten
    Nettopensioenen
    Voor nettopensioenregelingen geldt dat de vermogens– en pensioenbeheerkosten ten laste komen van de deelnemers aan de nettopensioenregeling en niet worden gedragen door het brede collectief. Als de betreffende deelnemer inmiddels niet meer deelneemt aan die regeling en dus ook geen premie meer stort in het nettopensioen, teert deze in op zijn opgebouwde vermogen. Om deze problematiek op te lossen, wordt in voorliggend wetsvoorstel voorgesteld om tussentijdse afkoop van kleine nettopensioenen mogelijk te maken.

    De pensioenuitvoerder mag alleen tot afkoop van een klein nettopensioen overgaan indien de betreffende deelnemer daarmee heeft ingestemd.

    Nettolijfrenten
    In het Pensioenakkoord is afgesproken om een stap te zetten richting een arbeidsvormneutraal pensioenkader. Dit houdt in dat waar mogelijk en wenselijk de verschillen in fiscale behandeling van werknemerspensioen (de tweede pijler) en vrijwillige aanvullende pensioenopbouw (de derde pijler) worden gelijkgetrokken. In dat verband wordt naast de mogelijkheid om een klein nettopensioen af te kopen, ook voorgesteld het mogelijk te maken om een kleine nettolijfrente af te kopen.

  4. Het is het streven om de wetswijzigingen zo spoedig mogelijk in 2022 inwerking te laten treden.

Heeft u liever dat wij de benchmark voor u invullen, stuurt u ons dan uw huidige pensioencontract.

  • Max. file size: 64 MB.